Zijn brood en andere granen gezond of ongezond?

Brood, granen en andere anti-nutriënten
I n ons Hollandse menu zitten behoorlijk veel anti-nutriënten. Wat zijn ze, wat doen ze en hoe voorkom je dat je ze teveel binnen krijgt?

“‘s Ochtends een boterham met hagelslag of (pinda)kaas en een glas melk. Als 10-uurtje zo’n gezonde verpakte koek en een pakje limonade. ’s Middags twee boterhammen met kaas, smeerworst of chocoladepasta en wederom een glas melk. Bij de thee (of glaasje siroop) een lekker koekje uit de trommel. En tot slot ‘s avonds pasta of aardappelen, met wat vlees of vis, (gekookte) groente en/of sla, en een bakje vla en een stukje fruit toe.” Herkenbaar? Als je het zelf je kinderen niet voorschotelt ben je er waarschijnlijk zelf mee opgegroeid. Vele ouders schotelen hun kinderen dagelijks een dergelijk dagmenu voor (aangevuld met zo nu en dan chips, frisdrank, snoep, een traktatie in de klas en heus ook regelmatig wat stukjes fruit of knabbelgroenten). Zonder door te hebben dat dit niet het beste is voor je kind. Ook niet voor een volwassen lijf, overigens. 

Hoe dan ook: in ons huidige (kinder)menu doen we groente en fruit er vaak een beetje bij en zijn verder veel granen en andere snelle koolhydraten geslopen. Als je gezegend bent met goede genen, kun je wellicht alles eten en toch fluitend 95 worden, maar voor velen geldt dat dit voedingsmiddelen zijn waar je lijf moeite mee kán hebben. Een aantal van deze usual suspects kwam tijdens de eerste opleidingsdagen aan bod. Ook hier is het goed om het verleden erbij te halen. Tot zo’n 8.000 tot 10.000 jaar geleden waren we jagers en verzamelaars en aten we wat er voorhanden was. Rond die tijd zijn we ons gaan vestigen en landbouw gaan bedrijven. Het menu breidde zich vanaf toen uit met onder andere granen, rijst en aardappelen. Bovendien kwamen er ook allerlei groenten op tafel, die we daarvoor niet aten, zoals peulvruchten. En al deze ‘nieuwe’ voeding blijkt – zo wordt het in deze opleiding omschreven – veel anti-nutriënten voor de mens te bevatten.  En laat deze anti-nutriënten nu de oorzaak van veel klachten zijn.  

 

Wat zijn anti-nutriënten? 

 

Een plant overleeft doordat deze anti-nutriënten, ofwel toxische stofjes, hem beschermen tegen micro-organismen (met name ziekteverwekkers) en dieren die de plant willen eten. Zo eet een vogel bijvoorbeeld een graankorrel op, maar omdat hij deze niet kan verteren, poept hij de korrel weer uit en groeit er op die plek weer nieuw graan. Je kunt dus zeggen dat het graan zijn kinderen, de graankorrels, verdedigt met anti-nutriënten om te overleven. Van oudsher maalden mensen het graan niet voor niets: ook toen ervoeren zij al dat een graankorrel in z’n geheel onverteerbaar was.   
Over een aantal usual suspects vertel ik hier meer. Het gaat om anti-nutriënten waarvan je liever niet wilt dat ze je darmwand passeren en in je bloedbaan terecht komen, maar die allerlei manieren hebben gevonden om dat wél te doen. (Overigens: aan het einde komen nog wat geruststellende opmerkingen en zuivel komt een andere keer aan bod.)    

 

Lectinen 
Dit zijn eiwitten die zich kunnen binden aan koolhydraten (om precies te zijn: met mono- en oligosachariden) om zo dwars door je darmwand heen te gaan. Eenmaal in je bloed richten ze daar schade aan, doordat ze rode bloedlichaampjes laten samenklonteren en laaggradige ontstekingen stimuleren. Lectinen zitten in alle granen, peulvruchten (ook pinda’s), de nachtschadefamilie (belangrijke familieleden: tomaat, aardappel, aubergine, paprika en de tabaksplant) en sojabonen.   

 

Saponinen 

Heel veel plantensoorten bevatten saponinen, ofwel zeepachtige stofjes (als je bijvoorbeeld bruine bonen spoelt, dan komt er een schuimlaagje op de bonen, dat is de zeep). Onder andere afhankelijk van de afweerbehoefte van een plant, kunnen saponinen onderling verschillen in hun biochemische samenstelling en gehalte. Hierdoor hebben ze een verschillende – wel of niet gezonde - uitwerking op de mens. 
Van sommige saponinen wordt je lijf niet zo blij: die gaan verbinding aan met het cholesterol dat in celmembranen zit, waardoor de darmcellen stuk gaan, wat de permeabiliteit van de darmwand verhoogd (ofwel lek maakt en het allerlei andere niet-gewenste stofjes mogelijk maakt de darmwand passeren). Bovendien zijn deze ongewenste saponinen leverresistent, wat betekent dat - eenmaal in je bloed - je lever ze niet af kan breken. Deze toxische saponinen zitten met name in: granen, sojabonen, peulvruchten (ook pinda’s), en aardappelen. Maar er zijn dus ook saponinen met gezondheidsbevorderende eigenschappen, en die vind je in bijvoorbeeld in uien, knoflook, fenegriek, ginseng, asperges en spinazie. De saponinen in spinazie zorgen bijvoorbeeld juist voor een betere opname van (gezonde) nutriënten.  

 

Gluten 
Dit is een eiwit, dat zelf zonuline kan produceren. En zonuline is een stofje waarmee je de douanepoort van de darmwand openzet. Deze poort bepaalt normaal gesproken welke stofjes door de darmwand heen mogen en welke niet, maar gluten hebben dus zelf de sleutel in handen om deze poort te openen. Gluten zitten vooral in tarwe, spelt, rogge en gerst (en uiteraard alle bewerkte producten die deze granen, met name tarwe, bevatten).
Zoals het voorbeeld van het kindermenu liet zien, kan ons dagelijks maal behoorlijk rijk aan bovenstaande anti-nutriënten zijn, en dat mag best een onsje minder. Maar deze voedingsmiddelen helemaal uit je menu skippen, dat noemde onze docent zwaar overdreven, want in principe (mits je uiteraard geen serieuze aandoening als coeliakie hebt) is geen enkel voedingsmiddel giftig, zo gaf hij aan. Hij vergeleek het met zuurstof, waarvan het ook belangrijk is dat je de juiste hoeveelheid inademt. Eet dus vooral gevarieerd en niet bijvoorbeeld elke dag twee keer brood, maar wissel af wat je voor je ontbijt en lunch klaarmaakt. Bovendien – en dat is misschien wel de belangrijkste geruststelling - zorgt een goed functionerende darmwand met een ondoordringbare slijmvlieslaag van ‘goede’ bacteriën ervoor dat deze anti-nutriënten niet in je bloedbaan terechtkomen. Tot slot kregen we een paar praktische tips die de hoeveelheid anti-nutriënten van deze usual suspects verlagen: kook peulvruchten vooral lang, eet soja gefermenteerd (bijvoorbeeld tempeh) en koop geen kas- maar zongerijpte tomaten.

Tekst: Margot Lodewijk

Altijd al benieuwd geweest wat je allemaal leert op de opleiding Orthomoleculaire Voedingsleer? Gastblogger Margot Lodewijk volgt deze opleiding en deelt in deze terugkerende column met ons de nieuwste inzichten. Deze keer gaat het over gezonde voeding en hoe belangrijk die is voor het behoud van gezonde genen. 
www.margotlodewijk.nl 

 

Health & Food

Lees ook